Op 3 augustus 1969 behaalt Roger De Coster eindelijk de Belgische Grand Prix van de Citadelle dankzij een overwinning in de eerste ronde en een spectaculaire comeback in de tweede ronde. Hij rijdt op een CZ-motor, net als zijn landgenoot Joël Robert die de 250 cc-klasse domineert met twee wereldtitels in 1968 en 1969.
De Suzuki-jongens
Het jaar daarop ontmoeten de twee Belgen elkaar opnieuw in de citadel van Namen, maar in concurrerende ploegen. De Coster, nog steeds met een CZ, wint opnieuw dankzij een uitstekende start in de eerste ronde en door daarna de debatten te controleren achter de getalenteerde Zweedse piloot Ake Jonsson. Joël Robert sluit zich, samen met Sylvain Geboers, aan bij het ambitieuze project van het Japanse merk Suzuki, dat een nieuwe benadering van motorcross voorstelt. Hun machines zijn speciaal ontworpen voor wedstrijden en de piloten krijgen aangepaste begeleiding. Joël Robert wordt “buiten klassement “ uitgenodigd om deel te nemen aan de Belgische Grand Prix, maar faalt in zijn poging in Namen.
De schaduw van Joel Robert
In 1971 vervoegt ook Roger De Coster de Japanse fabrikant. Hij is de eerste piloot die de Belgische Grand Prix drie keer op rij wint. In een echte teamronde neemt Joël Robert ook deel aan de 500cc klasse. Hij betekent een grote hulp voor De Coster, die later de wereldtitel wint vóór Ake Jonsson.
Op 6 augustus 1972 verplettert het paar Suzuki – De Coster de concurrentie opnieuw. Ze winnen in beide rondes. Joel Robert neemt deze keer niet deel aan deze triomf. Hij heeft zich zwaar gewond tijdens de trainingen. Zijn meniscus is ernstig geraakt. Dat belet hem om zijn reeks 50 Grand Prix-overwinningen in de motorcross verder te zetten…
In 1973 verrast de Duitser Willy Bauer de “Koning van de Citadel”. Met zijn Maïco-motor, uitgerust met een revolutionaire ophanging, verslaat hij De Coster in de twee rondes in Namen. In de laatste Grand Prix van het seizoen verliest hij het wereldkampioenschap met twee punten als gevolg van een mechanisch defect. Roger De Coster evenaart de Duitser Friedrichs en kaapt zijn derde opeenvolgende titel.
Het was mijn favoriete circuit, een heel speciaal circuit, anders dan de rest van het wereldkampioenschap. Het was een parcours met veel verschillende omstandigheden. We gingen door asfalt, er waren erg harde stukken, erg glad met klei en met vocht, soms was het net ijzel, maar het zijn veel goede herinneringen.
Roger de Coster (5 x MX WC)
In de tweede helft van de jaren 1970 wordt het wereldkampioenschap 500 motorcross gedomineerd door het duel tussen Roger De Coster en de Fin Heikki Mikkola. De Belg wint de Grand Prix de la Citadelle van 1974 maar wordt in de eerste ronde gedomineerd door de Scandinaviër. Hij verliest het wereldkampioenschap tijdens de Italiaanse Grand Prix.
Het gegrom van kampioenen
De wedstrijd in Namen van 1975 wordt gekenmerkt door een uitzonderlijke droogte. Het circuit verdwijnt onder het stof dat door de machines wordt opgeworpen. Het zicht is grotendeels ontoereikend. De piloten beschouwen deze omstandigheden als te gevaarlijk en weigeren op het geplande tijdstip te beginnen. De watertanks van de brandweer worden opgeroepen om de piste te besproeien. Met een vertraging van twee uur wint De Coster toch. Hij wint zijn vierde wereldtitel, een record.
In 1976 gaat de wedstrijd De Coster-Mikkola niet door omdat Mikkola, om commerciële redenen opgelegd door de Husqvarna-fabriek, is overgestapt naar de 250 cc-klasse. In de citadel worden wijzigingen aangebracht aan het circuit. In de buurt van de chalet van het monument moeten de piloten gebruik maken van de Panoramaweg, die voor de gelegenheid wordt overdekt met een tijdelijke aardepiste. Ondanks een valpartij in de tweede ronde wint Roger De Coster voor de zevende keer in Namen en verovert zo zijn laatste wereldtitel.
Vanaf 1977 kiest Heikki Mikkola voor de Yamaha-fabriek, die beslist heeft aanzienlijke middelen te investeren in motorcrossrondes. Terwijl de ploegen vroeger één mecanicien hadden voor verschillende piloten, verzamelt de fabriek nu verschillende technici rond één machine. De Finse kampioen profiteert van deze steun maar ook door het behoud van een uitstekende fysieke conditie wint hij twee keer op rij in de citadel. In 1977 en 1978 moet Roger De Coster, slachtoffer van mechanische problemen, opgeven. Hij laat de wereldkroon dan ook over aan de Scandinavische piloot.
De heerschappij van Roger De Coster en de hegemonie van Suzuki in de internationale motorcross is tot een einde gekomen. Een nieuwe generatie piloten treedt aan in een competitie waar de financiële aspecten geleidelijk aan in belang toenemen.